Kerkelijk jaar - 3e zondag van advent

Morgenster!

De nacht is haast ten einde,
de morgen niet meer ver.
Bezing nu met verblijden
de heldre morgenster.
Wie schreide in het duister
begroet zijn klare schijn,
als hij met al zijn luister
straalt over angst en pijn.
(Gez.130:1 LvdK, Jochen Klepper)

Onze Vader, die in de hemel zijt… - Men noemt Hem Sterke God, Eeuwige Vader (Jesaja 9:5)

Blijf niet staren op wat vroeger was, sta niet stil in het verleden.
Ik, zegt Hij, ga iets nieuws beginnen;
het is al begonnen, merk je het niet? (Jesaja 43:18, vert.H Oosterhuis)

Kom tot ons, de wereld wacht. Heiland, kom in onze nacht,
licht dat in de nacht begint, kind van God, Maria's kind.​
LB 433:1 (Martin Luther)

 

3e Advent, zondag Gaudete - wees blij (Filippenzen 4:4)
Verblijdt U in de Heer te allen tijd.
Wederom zal ik zeggen: verblijdt u.
Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend.
De Heer is nabij. (Filippenzen 4)

Zondagsgebed bij 3e Advent
Zie naar ons om, God, en hoor de gebeden,
wees ons genadig en kom naar ons toe,
laat eindelijk opgaan de zon van uw gerechtigheid
over ons hier op aarde en ons verduisterd bestaan.
O God, die ons meer nabij zijt dan al wat ons te na komt,
niet om wonderen roepen wij, maar om vrede,
uw lieve vrede, die alle verstand te boven gaat
en onze harten en gedachten kan behoeden
in deze donkere dagen, in deze dagen van uw licht.
(ds. W.R. van der Zee)

Wij geloven in de komst van de Messias...

3 kaarsen mogen branden

"Wij geloven in de komst van de Messias" is
een Joods liedje; het werd o.a. gezongen
door vrouwen en kinderen die naar
de gaskamers werden gevoerd.
Maar de Messias was toch al gekomen?
Ja zeker, maar hij wil steeds opnieuw
geboren worden, in ieder mensenhart.
Je kunt God aanbidden in
elk nieuwgeboren mensenkind.
Of zoals de bevrijdingstheoloog
Dom Helder Camara het ooit heeft gezegd:
"Waarom zou ik naar Bethlehem gaan
als ik Christus hier elke dag geboren zie worden."

 

LB 506 André Troost

Liedboek 506 André Troost
1. Wij trekken in een lange stoet op weg naar Bethlehem,
wij gaan uw koning tegemoet, o stad Jeruzalem!
Gezegend die zijn komst begroet en knielen wil voor Hem!
Refrein: Wij loven U, koning en Heer, koning en Heer,
wij loven U, koning en Heer!
 
2. Al zijt Gij nu nog maar een kind zo kwetsbaar, teer en klein,
wij weten dat het rijk begint waarvan Gij Heer zult zijn,
een rijk waarin de vrede wint van oorlog en van pijn.
Refrein: Wij loven U...
 
3. Al gaat de vijand in het rond, de koning van het kwaad,
al dreigt hij met zijn grote mond dat hij U eens verslaat,
straks ligt hij dodelijk gewond wanneer zijn rijk vergaat.
Refrein: Wij loven U...
 
4. Wij gaan op weg naar Bethlehem, daar ligt Hij in een stal
die koning in Jeruzalem voor eeuwig wezen zal!
Laat klinken dan met luider stem en blij bazuingeschal:
Refrein: Wij loven U...

LB 322:1 H Oosterhuis
Die chaos schiep tot mensenland, die mensen riep tot zinsverband,
Hij schreef ons tot bescherming, zijn handvest van ontferming.
Hij schreef ons vrij met eigen hand.
Schrift die mensenoorsprong schrijft. Woord dat trouw blijft.